De ‘Hagenbeuk’ wandeling (deel 2, paarse markering) (binnen de stadsbuitengracht en Bemuurde Weerd). Ter oriëntatie is het waarschijnlijk nuttig om ook de verkorte stamboom bij de hand te hebben.
Start op het Vreeburg met de rug naar Hoog Catharijne.
Op dit plein heeft van 1532 tot 1577 de dwangburcht Vredenburg (1) gestaan. Trijn van Leemput nam het initiatief om dit kasteel te slopen.
Ga schuin links af, tot de kruising met de Lange Viestraat. Ga daar rechtsaf en loop door tot de Oudegracht.
Hier op de hoek (rechts) stond het voormalige warenhuis Galeries Modernes (2), dat afbrandde op de dag dat Nel en Theo Hagenbeuk in ondertrouw zouden gaan, 13 maart 1939. Ze hadden op dit punt met elkaar afgesproken en konden elkaar zeer moeilijk vinden door de drukte van brandweer en publiek.
Ga rechtsaf de Oudegracht op en even verder loopt u langs het stadskasteel Oudaen (3) op nr. 99.
Dit versterkt middeleeuws huis is gebouwd in 1276, waar vandaan in december 1576 op het kasteel Vredenburg is geschoten evenals vanaf de Jacobikerk en de Buurkerk. Tijdens die belegering van kasteel Vredenburg stonden kleine stukken geschut opgesteld op Oudaen om het kasteel te beschieten. Het huis had het echter zelf zwaar te verduren, en de achtergevel werd grotendeels aan puin geschoten. In 1580 werd de schade op kosten van de Staten van Utrecht hersteld. Een paar kogels werden als herinnering in de achtergevel ingemetseld.
In 1680 vond een nieuwe verbouwing plaats, waarbij de hoofdingang verplaatst werd naar het kleinere zijhuis, rechts van het hoofdhuis, dat op zijn beurt een nieuwe gevel kreeg waaraan een gevelsteen herinnert. Tijdens de onderhandelingen voor de Vrede van Utrecht in 1713 was de Franse gezant in Oudaen ondergebracht.
Loop verder langs de Oudegracht tot de Bakkerbrug en Bakkerstraat (4), die vermoedelijk vroeger leidde naar de Bakkerstoren op de wal die, met een stuk wal, door het bakkersgilde werd onderhouden.
De bakkers Jacob en Jan Hagebeucke hadden als gildelid een onderhoudstaak op dat stuk wal en de toren, het z.g. gildeslag: eerste helft 17e eeuw. Het huisje op de hoek, no. 133, is het kleinste houten huis van Utrecht. In de zijgevel zie je de balken zitten.
Vervolg de Oudegracht, u passeert links de Bezembrug en ziet aan de overkant het gebouw de Winkel van Sinkel (5), met de vier gietijzeren vrouwenfiguren, de kariatiden.
Op 6 mei 1839 werd hier de Winkel van Sinkel geopend. Hoewel het in de eerste plaats een manufacturenzaak was zonder zelfbediening, wordt de winkel wel gezien als het eerste warenhuis van Nederland en er was dan ook van alles te koop. Sinkel heeft als reclame-uiting toen het welbekende versje bedacht:
In de Winkel van Sinkel is alles te koop. Daar kan men krijgen: mandjes met vijgen, Doosjes pommade, flesjes orgeade, Hoeden en petten en damescorsetten Drop om te snoepen en pillen om te poepen.
De stadskraan heeft het begeven tijdens het ophijsen van die kariatiden. De contouren van die kraan zijn nog op de werf bij de Stadhuisbrug te zien.
Vervolg de Oudegracht tot de Stadhuisbrug en aanschouw het stadhuis (6).
In 1343 kreeg deze plaats voor de eerste keer een bestuurlijke functie in de stad. In een van de toen gebouwde bakstenen huizen, genaamd Hasenberg, vestigden zich de schepenen van de stad. Vanaf 1537 werd in opdracht van Karel de Vijfde het huis Lichtenberg toegevoegd aan Hasenberg, zodat het hele stadsbestuur er zijn intrek in kon nemen. Hasenberg werd in die tijd voorzien van een gevel in renaissancestijl. Hier werd Lodewijk XIV in 1712 ontvangen en ondertekende hij in 1713 de Vrede van Utrecht. Omstreeks 1830 moesten de huizen plaatsmaken voor een neoclassicistisch stadhuis. Dit stadhuis werd in 1848 verder uitgebreid zodat een multifunctioneel gebouw ontstond. Door de snelle groei van de stad Utrecht werd het stadhuis steeds weer uitgebreid. In 1940 werd een heel nieuw gebouw voor burgerzaken toegevoegd. Uiteindelijk werd het stadhuis weer verbouwd in de periode 1999-2000 door de Spaanse architect Enric Miralles (achterzijde) en kreeg het zijn huidige vorm.
Hier trouwden Theo Hagenbeuk sr. en Jacoba Geelmuijden in 1915, Theo Hagenbeuk jr. en Nel Swaalf in 1939 en zus Marjolijn van Henk is daar in 1965 getrouwd.
We lopen verder over de Vismarkt die versierd is met een hele rij mooie, historische geveltjes. Even voorbij het restaurant Graaf Floris is een poortje dat leidde naar paleis Lofen.
De eerste straat links is de Servetstraat, met aan het einde ervan de 112 meter hoge Domtoren. Voor de toren links, nu Brasserie Domplein, stond vroeger het Paleis Lofen (7), een middeleeuws stadsverblijf van de Duitse keizers. Door stadsbranden in 1131 en 1253 werd Lofen verwoest. De onderbouw waarop vervolgens drie huizen verrezen, werd toen bestemd tot wijnkelder van het Domkapittel.
Rechts voor de Domtoren in de Servetstraat, geven metershoge deuren toegang tot een klein stadspark, het voormalige Bisschopshof. Je kunt dus gewoon onder de kathedraalachtige gewelven van de toren naar de andere kant lopen, maar ook via deze piepkleine, ingesloten stadsoase.
Het Domplein (33 rood).
De Dom is gebouwd op het terrein van het voormalige Romeinse castellum Traiectum. Middenin het Romeinse castellum stond destijds een stenen gebouw van circa 8 bij 7 meter. Vandaag de dag liggen de restanten ervan onder het door de tornado (1674) verdwenen middenschip van de Domkerk. Mogelijk was dit gebouw in de Romeinse tijd een tempeltje. Dit bijzondere stukje Utrecht wordt als de bakermat van het Christendom in de Noordelijke Nederlanden beschouwd.
Omstreeks 695 werd onder leiding van de Angelsaksische monnik Willibrord, die door de paus van Rome tot aartsbisschop der Friezen was benoemd, een aan Sint-Maarten gewijde stenen kerk in Utrecht gebouwd. Bovendien stichtte Willibrord naast de Sint-Maartenskerk een tweede kerk, de Sint-Salvator. Waarschijnlijk werden beide kerken bediend door één gemeenschap van geestelijken. Willibrord maakte dit complex tot het centrum van waaruit hij de kerstening van de Noordelijke Nederlanden ondernam. Ook na zijn dood bleef Utrecht het kerkelijke centrum van deze streek, dankzij de definitieve inrichting van het bisdom Utrecht rond het jaar 777.
De Dom van Utrecht is een markante gotische kerk in het midden van de stad. De kerk werd vanaf 1254 gebouwd als de kathedraal van het bisdom Utrecht en was gewijd aan Sint-Maarten. Sinds 1580 is de kerk protestants. De 112,32 meter hoge Domtoren is de hoogste kerktoren van Nederland en het hoogste gebouw van Utrecht.
De ruïnes van het middenschip van de Domkerk, ingestort tijdens de zomerstorm van 1674, zijn jarenlang de plek geweest waar “sodomieten” elkaar konden treffen: mannen op zoek naar seks met andere mannen. In 1730 en 1731 stelden de overheden na klachten van de koster van de Dom een onderzoek in. Een aantal mannen, waaronder Zacharias Wilsma, werd gearresteerd en verhoord. Uit de bekentenissen van een van deze gearresteerden bleek dat er ook elders in de Republiek netwerken en ontmoetingsmogelijkheden voor sodomieten bestonden. Er volgde een golf van sodomietenvervolgingen. In Utrecht werden 18 verdachten ter dood veroordeeld en gewurgd. Een aantal mensen in belangrijke posities, die kennelijk getipt waren, waren al gevlucht voordat ze gearresteerd konden worden.
De Utrechtse zaak ontketende ook een reeks vervolgingen in andere delen van het land. Het land verkeerde destijds in een stemming die de mensen vatbaar maakte voor “heksenjachten”. Er was zojuist een ernstige epidemie onder het rundvee geweest, terwijl de Nederlandse dijken door de paalworm werden bedreigd. In die omstandigheden konden “hel-en-verdoemenis”-predikers de mensen ervan overtuigen dat God vertoornd was op het land vanwege de welig tierende onzedelijkheid. Het ongelukkige toeval wilde dat de homoseksuelen toen een voor de hand liggende zondebok waren. Bijna tweehonderd jaar lang zou de naam Utrechtenaar besmet blijven, omdat het woord – door een heel toevallige omstandigheid – synoniem geworden was voor “homoseksueel”. Als neutrale term werd in de jaren dertig van de twintigste eeuw bewust ‘Utrechter’ ingevoerd.
De gemeente Utrecht heeft zich nu volledig gedistantieerd van deze sodomietenvervolging. Op het Domplein, daar waar ooit de ruïnes van het middenschip van de Domkerk lagen en waar gecruiset werd, ligt sinds 1999 een steen waarin de vervolging wordt gememoreerd en wordt aangegeven dat mannen en vrouwen tegenwoordig zonder angst voor vervolging hun homoseksualiteit (moeten) kunnen beleven.
Op het Domplein staat het standbeeld van Graaf Jan van Nassau, stadhouder van Gelre en oudste broer van Willem van Oranje. Ook valt de kopie van de Runensteen die door Koning Harald ruim een 1000 jaar geleden op het Deense Jutland werd geplaatst op. Deze steen staat sinds 22 juni 1936 op het Domplein, een geschenk van Denemarken bij het 300-jarig bestaan van de Universiteit Utrecht. Rechts ervan is de ingang van de Kloostergang (8), die sinds de 15e eeuw de verbinding vormt tussen de Domkerk en het Kapittelhuis. In de 17e eeuw werd hier nog levendig gehandeld in boeken. Maar sinds hier het 19e eeuwse ‘secreet’ (openbaar toilet) verdwenen is, loop je er nu in alle stilte rond in een esthetisch verantwoorde kruidentuin. We verlaten de tuin aan de andere kant en slaan linksaf het ‘Achter de Dom’ op.
N.B. Mocht de poort naar de kloostergang gesloten zijn, loop dan om de kerk heen.
U gaat rechts de Voetiusstraat in en daarna de eerste straat links, Achter St.Pieter in. Op de splitsing met de Keistraat staat het huis De Krakeling, (9) (1663) van jonker Everard Meijster, die de Amersfoorters zo gek kreeg om de grote kei naar hun stad te slepen.
U loopt de Keistraat uit en dan de eerste straat recht, de Kromme Nieuwe Gracht. Daarna de tweede straat links, de Muntstraat, rechtsaf de Nobelstraat tot aan het Lucasbolwerk. Daar staat de stadsschouwburg (10), gebouwd door W.H. Dudok, welke op 3 september 1941 geopend werd, de geboortedag van Henk Hagenbeuk.
Terug naar de Nobelstraat richting Janskerkhof. Aan het eind van de Nobelstraat ziet u rechts het Pietasgebouw (11) uit 1904. U slaat echter linksaf, de Drift op. Daarna neemt u de eerste straat rechts, Jansdam, 1e rechts, 1e links de Minrebroederstraat. Op nummer 19/21 (sinds 1875 de St. Willebrordkerk) stond het bekende etablissement Plaets Royale waar Mozart in 1766 logeerde, op nummer 11 is het Schillertheater gevestigd (12). Daar heeft Mozart geoefend. Terug naar de Domstraat en linksaf naar het Janskerkhof.
Allereerst ziet u het standbeeld van Willebrordus te paard. Hij was de eerste bisschop (695) van Utrecht. Daar achter staat de Janskerk (13). Ze werd kort na 1040 gesticht door bisschop Bernold en gewijd aan Johannes de Doper. Hier huwde Gerrit Hagenbeuk in 1776 Petronella Hannon. Voor de kerk staat het beeldje van Anne Frank.
Loop naar het beeldje van Anne Frank. Aan de overzijde van de straat ziet u het standbeeld van prof. Donders, de oprichter van het Ooglijders-gasthuis. Schuin links voor u op het Janskerkhof staat de voormalige MULO Willem de Zwijger (14), waar Henk Hagenbeuk in 1953-’57 op school geweest is. Tegenwoordig is dat café Hofman. U draait daar naar rechts en loopt door tot eerste straat links, de Boothstraat.
Links op nummer 6 heeft de schrijver Nicolaas Beets (o.a. Camera Obscura) gewoond (15).
U komt nu uit op de Voorstraat.
U slaat rechtsaf en over de brug komt u in de Wittevrouwenstraat. Direct rechts ligt het voormalige paleis van koning Lodewijk Napoleon (16).
De volgende straat links is de Ridderschapsstraat. Links ligt het pand waar de UTAM (17) was gevestigd en waar Theo jr. in 1929 als 13-jarige begonnen is.
N.B. Deze garage komt ook voor in de film Zwartboek.
Keer terug naar de Wittevrouwenstraat en ga linksaf naar de Wittevrouwenbrug, waar vroeger de Wittevrouwenpoort (18) heeft gestaan.
De poort was vernoemd naar het Wittevrouwenklooster dat in de middeleeuwen nabij, maar wel binnen de oude stadsmuur lag. In 1610 marcheerden hier de 8 vendels van Frederik Hendrik door de poort de stad binnen om het rumoer rond de verkiezing van de magistraat. In 1649 werd besloten een nieuwe stadspoort te bouwen. Rond 1858 is de Wittevrouwenpoort gesloopt en verrees een nieuw gebouw op deze plaats. Lange tijd was daarin (no. 44) een politiepost gehuisvest.
Sla linksaf de Wittevrouwenkade op. U komt op het Wolvenplein uit. Rechts de gevangenis (19).
Deze gevangenis (penitentiaire inrichting) is gebouwd in 1856, omdat voorheen de gevangenen werden opgesloten in de stadpoorten en verdedigingstorens, zoals de Plompetoren. Toen deze werden afgebroken heeft men op het bolwerk Wolvenburg deze gevangenis gebouwd. Het was tot 2014 de oudste nog in gebruik zijnde gevangenis in Nederland.
Via het fietspad en de Plompetorenbrug, waar de Plompetoren heeft gestaan, naar de van Asch van Wijckskade waar op nr. 28 het Belastingkantoor (20) was gevestigd, waar Theo jr. gewerkt heeft.
Van Asch van Wijckskade 28-30 werd in 1867 gebouwd als fysiologisch laboratorium voor prof. F.C. Donders, bekend van het Ooglijders-gasthuis in de F.C. Dondersstraat. Een standbeeld van hem staat sinds 1920 op het Janskerkhof. Donders was allereerst fysioloog. De fysiologie is de wetenschap die de eigenschappen van levende organismen bestudeert. Door zijn specialisatie op het gebied van de oogheelkunde werd hij de belangrijkste Nederlandse medicus van zijn tijd. In 1858 stichtte hij met Herman Snellen het Utrechtse Ooglijdersgasthuis, ziekenhuis voor oogheelkunde. Donders had internationale faam verworven, maar kreeg het in Utrecht maar niet voor elkaar om een fysiologisch laboratorium te laten bouwen. Via de minister kreeg hij uiteindelijk toch voldoende financiële armslag. Het gebouw draagt zowel enige classicistische als romaanse kenmerken en is met een soort neogotische pleistersaus overgoten. Typerende details zijn de achtkantige pilasters en de op de muur liggende goot. Donders’ zitkamer, op de bovenverdieping, had een door vier consoles van terracotta ondersteund balkon met twee nissen. In 1952 dient het gebouw als loket voor de belastingdienst. Dertig jaar later betrekt de Universiteit van Humanistiek het pand. De bibliotheek die hier was is sinds 2009 verhuisd naar de bijzondere collecties van de Universiteitsbibliotheek Utrecht.
Schuin rechts aan de overkant van dit oude belastingkantoor, op de Weerdsingel oostzijde op nummer 99 heeft de Distributiedienst (21) gezeten, waar Theo jr. verplicht gewerkt heeft gedurende een groot deel van de Tweede wereldoorlog (van 1942-1945). Dat gebouw bestaat echter niet meer.
Loop verder de Van Asch van Wijckskade af en sla de eerste weg links in, de Wijde Begijnestraat. Op no.5 staat de voormalige cavalleriekazerne die tijdens de cholera-epidemie van 1866 ook als hospitaal dienst gedaan heeft. Aan het einde op no.1 heeft prof. Donders het eerste ooglijdersgasthuis in 1858 opgericht (22). Het gebouw is nu een ‘EYE-hotel’.
Loop iets door naar de Voorstraat. Schuin links, op nummer 73/71 zat de Auto Centrale Utrecht waar Theo jr. van 1932 tot 1936 gewerkt heeft (23) van zijn 16e tot zijn 20e jaar.
Ga weer terug en neem eerste straat links de Breedstraat. Loop die uit en ga aan het eind rechtsaf het Predikherenkerkhof op. Bij de kruising met de Lange Lauwerstraat ziet u rechts de eerste watertoren van Utrecht uit 1896. (24). Tegenwoordig een restaurant.
Loop de Van Asch van Wijcksbrug over, ga schuin links de Gruttersdijk in. Het water aan uw rechterkant, het Zwartewater, was de oostelijke grens van de Bemuurde Weerd.
Aan het eind ziet u rechts de korenmolen Rijn en Zon staan (25), hoek Adelaarstraat.
De oorspronkelijke molen Rijn en Son werd in 1745 gebouwd op de stadswal aan het Paardenveld in opdracht van Govert van Rhijn en Bernardus Sonnenberg, naamgevers van de molen. Toen de gemeente plannen had voor een groenteveiling aan het Paardenveld, werd de Rijn en Son rond 1912 gesloopt. In diezelfde tijd onderging de naastgelegen molen De Meiboom ook dit lot. In 1913 werd vervolgens een halve kilometer noordoostelijker een nieuwe molen, Rijn en Zon ditmaal genaamd, gebouwd aan de Adelaarstraat.
Steek de Adelaarstraat over en blijf de Gruttersdijk langs het Zwartewater volgen. Na de bocht naar links (net niet op kaartje) gaat de Gruttersdijk over in de Keizersgracht. Dit was het noordelijke einde van de Bemuurde Weerd. Volg die tot de Bemuurde Weerd Oz.
Ga linksaf de Bemuurde Weerd Oz. op.
Ergens in de wijk Bemuurde Weerd, zijn Anthony en Elizabeth in 1728 gaan wonen.
Op nr. 56 ziet u de voormalige Oudkatholieke kerk St. Jacobus (26), waar Henk veel gespeeld heeft met de zoon Kees van de toenmalige pastoor Bakker.
Steek de Adelaarstraat over en vervolg de Bemuurde Weerd Oz. Rechts ziet u de sluis die de waterstand in de stad regelt. Aan het einde gaat u de fiets/loopbrug over.
Gelijk links kunt u nog de (schamele) resten van de Weerdpoort (27) zien, waar Jan Haagebeucke vanaf 1601 als poortwachter gewerkt heeft.
Na de ophaalbrug gelijk rechts de Zandbrug over, waar het beeldje van Trijn van Leemput (28) staat.
Linksaf de Oudegracht Weerdzijde op. Vlak voor het huis met nummer 17 (de Vergulde Craen, het huis van Trijn van de Leemput!) is rechts het Koningspoortje (29). Dat was een doodlopend steegje met uiterst kleine huisjes, waar Berent en Catharina vanaf 1721 woonden en waar Berent in 1728 is gestorven.
Loop door tot de eerste weg rechts, de Waterstraat, ga daar in en aan uw linkerkant ziet u de Jacobikerk (30) en aan het einde rechts het huidige Volksbuurtmuseum. Links om die kerk heen is het Jacobskerkhof. Daar is Berent Hagenbeuk (gratis) begraven. Hier ziet u ook rechts het borstbeeld van Anton Geesink. Loop ook even links de Jacobskerksteeg in. Weer terug en ga schuin rechts de Rozenstraat in. Op nummer 21 (bestaat niet meer) was de toonzaal van de cadeaus die met de ‘roode procent-zegels’ te verkrijgen waren (1925). Een actie die de opa van Henk, Frans Swaalf sr. heeft opgezet (31) vanuit Haarlem.
Loop de Rozenstraat uit, steek de Jacobsstraat en de Varkenmarkt in.
Neem de tweede straat rechts, de Willemstraat, waar u aan het einde links, het café Ouwe Dikke Dries (32) ziet, vroeger een beroemd café in Wijk C.
Sla linksaf de Waterstraat in, houdt rechts aan de Kroonstraat in en loop die uit tot aan de Nieuwe Kade. Sla daar links af en u komt op het Paardenveld (33).
In de 16e eeuw werd met de bouw van dwangburcht Vredenburg een markt in paarden die daar werd gehouden, verplaatst naar deze nabij gelegen locatie. Hier lag destijds nog een groot driehoekig veld. Door de komst van een paardenmarkt nam het deze naam aan. Met de sloop van Vredenburg omstreeks 1580, verhuisde de markt terug naar de oude locatie, de naam zou echter beklijven. Een molen aan het Paardenveld sneuvelde tijdens de zomerstorm van 1674. Tussen circa 1745 en 1912 stonden hier de korenmolens Rijn en Son en De Meiboom op de stadswal aan het Paardenveld. Ook een galg bevond zich hier in vroegere tijden.
Omstreeks 1930 verrees het hoofdbureau van de Utrechtse politie aan het Paardenveld. De in 1859 aangelegde Molenbrug werd rond 1969 met de gedeeltelijke demping van de Stadsbuitengracht gesloopt. Hier werd ook jarenlang de zaterdagmarkt gehouden, waar Nel Hagenbeuk vele jaren bij Frans Verhoef heeft gewerkt. Frans Verhoef was de man van een vriendin van Nel en tevens was hij een oom van Herman van Veen.
Vandaag de dag is deze noordwesthoek van de binnenstad bebouwd en zijn er alleen bouwwerken van recente datum te vinden, waaronder een vernieuwd hoofdbureau van politie. De middeleeuwse Stadsbuitengracht ter hoogte van het Paardenveld werd ondanks protesten rond 1970 gedempt voor de aanleg van de Catharijnebaan bij het verrijzende Hoog Catharijne. Men is nu bezig om de Catharijnebaan weer te slopen en de Stadsbuitengracht zal in alle glorie herstelt worden. In september 2020 is Utrecht weer omsingeld.
Loop langs de Catharijnekade tot de voormalige Smakkelaarsbrug. Hier (34) heeft de vroegere Catharijnepoort gestaan. Sla linksaf en ga het Vredenburg op. Daar aan uw linkerzijde ziet u een complex bouwwerk, waaronder veel appartementen en het nieuwe muziekpaleis, dat de naam TivoliVredenburg heeft gekregen. De eerste concerten zijn daar in 2014 gegeven.
U bent weer op het startpunt aangekomen.