Nadat ik vanaf eind 1945 negen maanden op bed moest blijven vanwege een natte pleuritis, duurde het enige tijd dat ik mij weer een beetje soepel kon bewegen. De eerste sportieve handelingen waren op gym van de lagere school, zoals ringen, touwklimmen en trefbal. Eigenlijk was ik alleen in het laatste redelijk goed. Vriendjes uit de v.d. Mondestraat zaten op korfbal. Dat heb ik een paar maanden geprobeerd, was geen goede match. Handbal is ook nog een keer in het vizier geweest, notabene als keeper, maar toen ik op een vroege koude zondagochtend ook nog eens doornat werd, was het einde verhaal. Na de lagere school heb ik nog een tijdje op honkbal bij UVV gezeten. Ook geen doorslaand succes. Op de HTS hadden wij een fanatieke sportleraar, de heer Stenvers. Daar hadden wij een interne competitie voor Volleybal en Basketbal (daar ben ik topscorer geweest), daarnaast deed ik ook mee aan een bokstraining, waarvan er ooit nog eens een stukje in het tv-journaal is vertoond met mijn vriend Joop Don en ikzelf close in beeld, en uiteraard werd er ook aan atletiek (ik in het midden) gedaan voor de jaarlijkse sportdag. Ook hadden wij af en toe zeildagen op de Loosdrechtse Plassen. In de middagpauze werd er ook nog fanatiek gebridged.

Intussen had mijn moeder een tafeltennisvereniging, Boemerang, opgericht, waar ik ook uiteraard aan mee deed en met redelijk succes. Ik werd zelfs opgenomen in de selectie van de provincie Utrecht.

Na mijn studie moest ik in militaire dienst, waar ik na de basisopleiding, waar veel lichamelijke arbeid werd verzet zoals stormbaan, tijgeren, (speed)marcheren, hardlopen etc. Ook werd er gebasketbald en gevoetbald.

Na mijn diensttijd ben ik bij Philips gaan volleyballen en tot op heden ben ik dat blijven doen. Af en toe ook meegedaan aan groepsvoetbal.