Mijn (voor)ouders

Een verkorte stamboom van Jan Haagebeuke naar Henk Hagenbeuk. De eerste drie genoemde personen zijn grotendeels fantasie. Voor de geschiedenis van mijn voorouders: (zie mijn boek). Op deze pagina zal ik mij beperken tot mijn ouders en grootouders.

Mijn grootvader Theodorus Hagenbeuk is in 1889 te Amersfoort geboren als zoon van Leendert Hagenbeuk en Willemina Langras. Toen Theodorus 3 jaar was, overleed zijn moeder en zijn vader hertrouwde in 1893 met Elisabeth Meijer. Zij was een soort boze stiefmoeder en zorgde ervoor dat Theo op 10-jarige leeftijd in het Rijks Opvoedingsgesticht te Avereest werd opgenomen. (Ook zijn broer Gijs was al twee jaar eerder naar een opvoedingsgesticht in Bussum gestuurd). Na ontslag uit dat opvoedingsgesticht en een baantje als huisknecht, trad Theo in 1908 als vrijwilliger in militaire dienst en werd hij inwoner van Utrecht. Met zijn vader en stiefmoeder is het nooit meer goed gekomen. Door inlijving (dienstplicht) bij het 1e Regiment Vestingartillerie werd hij gelegerd in de (later genoemde) Hojelkazerne te Utrecht. In die periode ontmoette hij een meisje Jacoba Geelmuijden en zij trouwden in 1915 en gingen wonen in de Nicolaasstraat no. 9. Nederland was in 1914 gemobiliseerd en het bataljon van Theo werd overgeplaatst naar Waalwijk, hij was toen wachtmeester, waar hij werd ingekwartierd.

Mijn vader Theodorus Hagenbeuk is in 1916 in Utrecht op de Nicolaasstraat 9 geboren, als eerste zoon van Theodorus Hagenbeuk Sr. en Jacoba Gerarda Geelmuijden. Jacoba was wasvrouw. Later kreeg Theo jr. er nog een broer Ko (Jacobus) bij en een zuster To (Antonia).

Theo jr. ging in 1922 naar de Lagere School Puntenburg. Na de lagere school (1928) wilde Theo verder studeren, maar zijn ouders hadden daar het geld niet voor, mede omdat zijn vader geen militair meer was, maar een zekere baan als klerk had aangenomen bij de belastingen, maar daardoor een navenant karig loon ontving, nauwelijks genoeg voor het onderhoud van het gezin.

Theo jr. moest ook geld verdienen en ging werken als loopjongen bij de U.T.A.M. (Utrechtse Taxi en Automobiel Maatschappij) in de Ridderschapsstraat en een paar jaar later als kantoorbediende bij de ACU (Auto Centrale Utrecht) op de Voorstraat.

Door spanningen in het gezin (Theo sr. was zeer streng en verbood dat Theo jr. contact zou maken met zijn grootvader Leendert Hagenbeuk) liepen hoog op, waardoor Theo jr. tijdelijk bij zijn oma en opa Geelmuijden mocht wonen. Die woonden in de Nicolaasdwarsstraat no: 2.

In 1934 gaf Theo zich op als vrijwilliger bij het Landstormverband Utrecht en werd daar aangenomen als adspirant voorgeoefend Sergeant verbonden in gewone omstandigheden voor den tijd van vier jaren.

Tijdens een verjaardagsfeestje in september 1934 ontmoette hij Nel Swaalf, een meisje uit Zeist. Zij was een fanatiek zwemster, deed aan atletiek en werkte bij de Gero.

Nel was een dochter van Franciscus Nicolaas Swaalf en Cornelia Bonte. Frans Swaalf was toen vertegenwoordiger van de Gero-fabrieken voor een nieuw product van de Gero-fabrieken, nl. Zilmeta en zijn dochter Nel werkte daar als typiste.

Theo en Nel gingen zich in november 1935 verloven, en vlak daarna werd Theo opgeroepen voor zijn dienstplicht. Hij werd toegewezen aan het 16e Regiment Infanterie. Het 16e R.I. was gelegerd in de Willemkazerne te Amersfoort en het einde van zijn dienstplicht was 15 augustus 1938, waarna hij als kantoorbediende bij de belastingdienst terecht kon. Op 8 juni 1937 werd de grootvader van Theo 100 jaar, een groots festijn, maar op 17 september 1937 overleed zijn moeder en op 17 april 1938 overleed zijn grootvader Geelmuijden. Theo sr. hertrouwde snel op 20 juli 1938 met Johanna van der Linden, waar Theo jr. het niet zo goed mee kon vinden. Theo en Nel besloten om zo snel mogelijk te trouwen en op 13 maart 1939 gingen zij in ondertrouw, het huwelijk werd op 29 maart 1939 gesloten. Nel en Theo konden een winkel van Nel’s ouders voortzetten, op een andere locatie weliswaar, nl. op Oudegracht 372. Deze zaak, Centraal Bazar, had uiteraard ook wel artikelen van de Gero in de verkoop.

Op 28 augustus 1939 werd Theo (evenals 280.000 anderen!) gemobiliseerd en moest zich op 29 augustus melden bij zijn Regiment te Amersfoort. Dat 16e Regiment Infanterie werd naar de Grebbelinie verplaatst en wel naar twee vooruitgeschoven posten, nl. de Asschatterkade en Stoutenburg. Theo vocht in de voorpost Stoutenburg en daar sloeg een granaatscherf naast zijn hoofd in het houtwerk van de loopgraaf. Dat was geluk hebben.

Na de capitulatie, o.a. door het bombardement op Rotterdam werd Theo met Groot Verlof gestuurd. Met enige mazzel werd Theo uitgekozen om bij de Distributiedienst te gaan werken, hetgeen nogal eens extra bonnen opleverde. Hoe Nederland WO II beleefde, geeft de documentaire WO II in amateurbeelden weer. Na de bevrijding werd Theo weer onder de wapenen geroepen en voor opleiding naar Engeland/Schotland gezonden. Na die opleiding (1946) werd Theo ziek en werd hij afgekeurd, anders zou hij in 1947 deel hebben uitgemaakt van de 1e politionele actie in Nederlands-Indie.

Tijdens Theo’s opleiding in Engeland ging het mis met de Centraal Bazaar. Nauwelijks inkomsten, de huur kon niet meer worden betaald, een zoon Henk die ernstig ziek was, voor de alleenstaande Nel was dat behoorlijk veel en er werd besloten de zaak van de hand te doen en moesten dus te verhuizen. Nieuw adres: Everard Foeckstraat 3 en Theo kon (nadat hij was afgekeurd) gelukkig ook weer bij de belastingdienst beginnen. Om de nieuwe start te bekronen kregen Nel en Theo in 1947 een dochter, Marjolijn. Op 15 februari 1949 overleed Theo sr. op 59-jarige leeftijd. Een jaar later overleed ook mijn overgrootmoeder. Zij werd 79 jaar.

Mijn grootouders van moeders kant (Swaalf) woonden op de Rembrandtkade 24. Mijn oma was op 25 december jarig en dat was dan altijd een gezellige familiedag. Er werden altijd spelletjes gedaan en de ouderen gingen daarna altijd whisten, een soort bridge. In 1952 overleed mijn oma op 64-jarige leeftijd. Opa Swaalf is in 1963 op 77-jarige leeftijd overleden.

In 1959 verhuisden mijn ouders, hoofdzakelijk voor een grotere tuin en een douche, naar een nieuwbouwwoning op het Kanaleneiland, van Spanjelaan 8. waar Theo in 1987 overleden is, aan de ziekte van Kahler in combinatie met longemfyseem. Nel is vrij snel daarna verhuisd naar een aanleunwoning in IJsselstein in de buurt waar dochter Marjolijn woonde. Na een hersenbloeding is Nel op 31 mei 1996 overleden.